Als vloeken helpt,
dan vloek je maar.
Maak herrie,
stennis en misbaar.
Scheld schel en
luid je goudvis uit
en schreeuw je
scherven bij elkaar.
Als bidden helpt,
bid dan gerust.
Als het je troost
of sterkt of sust.
Of vraag om raad.
Als Hij bestaat
dan is het goed,
maar ‘t is geen must.
Als huilen helpt,
ga dan je gang.
Het is niet niks
en het duurt lang.
Het kan geen kwaad
als het niet gaat.
Het mag gezien
zijn, wees niet bang.
Als praten helpt,
bel me dan op
en steek van wal,
hals over kop
en van de hak weer
op de tak
of zachtjes
sluipend uit je slop.
Als lopen helpt,
vertrek meteen.
Zeer doelgericht
of nergens heen.
Het hoeft niet
snel, al mag dat wel.
Met verre vrienden
of alleen.
Als zwijgen helpt,
wees dan maar stil
en duik - als dat
is wat je wil -
een tijdje weg van
pijn en pech
- als je weer
opduikt, geef een gil.
Als lachen helpt,
ken ik een grap
of val dolkomisch
van de trap.
Denk aan je kat
die keer in bad
of aan het
Belgisch staatsmanschap.
Als dansen helpt,
is er muziek.
Als breien helpt,
dan hou je steek.
Als boos zijn
helpt, geef ik kritiek.
Als bakken helpt,
let there be cake.
Als yoga helpt,
wees fluks en zen.
Als slapen helpt,
stop ik je in.
Als schrijven
helpt, scherp dan je pen.
Als poetsen helpt,
welaan: begin!
Je voelt je murw
en overstelpt
en snakt naar
stranden, wit geschelpt...
Hou vol. Vat moed.
Want het komt goed.
Doe ondertussen
maar
wat helpt.